Shana Hepping
Klimmen met zorg: over arenden en oude vrouwen
“Jullie!” schalt het over de parkeerplaats van het klimgebied. We draaien ons verschrikt om. “Hoeveel betalen jullie om hier te zijn?” Roept een oudere mevrouw vanaf haar erf. Haar achtertuin grenst aan de weg die we net naar beneden liepen vanaf de muur. De vrouw vervolgt haar verhaal over klimmers die de natuur en het dorp platlopen, afval achterlaten en te druk met zichzelf bezig zijn om de arenden vanuit hun ooghoek door de lucht te zien cirkelen. Ze is gefrustreerd en ik snap het wel, dus ik kan alleen maar knikken en instemmen. Ik heb vlak aan het strand van Scheveningen gewoond en ook wel eens gevloekt en getierd om de hordes toeristen die ‘mijn’ achtertuin kwamen platlopen en ‘mijn’ parkeerplaats inpikken.
De havikarend heb ik inderdaad niet gezien. Het is een bedreigde diersoort die steeds minder voorkomt in de Algarve. Heel af en toe strijkt er een paar neer bovenaan de rotswanden van Rocha da Pena om een nest te bouwen. Ik vraag me af hoe lang ze al niet meer gespot zijn. Logisch, want door al die schreeuwende Adam Ondras hier, is het natuurgebied niet een heel rustige habitat. Er zo over nadenkend: al het leven heeft te lijden onder menselijke druk. We stampen door de bosjes op zoek naar de mooiste stenen, waar we een paar uur schreeuwen, vallen, juichen, eten en drinken, en onze behoeften doen, om vervolgens de steen onder de pof achter te laten.
Als klimmer wil ik mezelf uitdagen, mijn angst voor voorklimvallen te overwinnen en eindelijk eens door 7a-grens heen te breken. Ondertussen probeer ik ook respectvol te blijven naar de locals. Zowel de menselijke als de natuurlijke. Het afval dat we maken en op de grond vinden, gaat netjes mee naar de prullenbakken beneden en we lopen alleen maar op de bestaande paden. De topo kopen we van de lokale klimvereniging om het onderhoud van het klimgebied steunen. Daarmee steunen we alleen niet het het dorp dat al honderden jaren onder de rotsen ligt. We steunen niet de havikarend en de andere dieren en planten die rondom de Rocha da Pena leven. Terwijl het juist deze dingen zijn die ons klimtripje tot een succes maken: het dorp biedt een openbaar toilet gebouw, de bomen schaduw voor de zekeraars, de solide kalksteen een muur om te beklimmen.
Wat kunnen we als klimmers teruggeven voor deze cadeautjes? Hoe kunnen we de boze mevrouw een hart onder de riem steken en laten zien dat we echt geven om de omgeving? Ik denk dat onze verantwoordelijkheid begint bij erkenning, dankbaarheid en wederzijdse zorg. Zodat we nog heel lang van klimmen in de natuur kunnen blijven genieten en misschien de arenden weer terug zien keren.